maandag 15 oktober 2012

Peter Hoeg, Smilla's gevoel voor sneeuw





Titel :  Smilla’s gevoel voor sneeuw

Deense Schrijver: Peter Hoeg
Vertaling : Gerard Cruys

18e druk 2002 (1ste druk 1994) 429 bladzij

Hieronder een link van een interview met de schrijver in het dagblad  Trouw, in 1994.


Wat voeg ik daaraan toe. In dat jaar verhuisde ik vanuit Nederland naar Curacao, toen nog de Nederlandse Antillen. Hoeg zegt dat hij dankzij zijn reizen zich bewuster is geworden van de verschillen in culturen. Hij kon daardoor ook beter de hoofdpersoon Smilla als een Groenlandse neerzetten; ook heeft hij gezien hoe anders men over vrouwen kan denken – niet als  verdrukt maar als vrijgevochten. De vrouwen op Curacao dragen dit ook in zich.  Het besef van verschil is door mijn emigratie ook sterker geworden.

Het boek was een bestseller – te vroeg volgens Hoeg en voor mij geen aanbeveling – en wordt gezien als een literaire thriller, wat dat ook (voor verkooppraatje) mag zijn. Laat ik het er op houden dat het boek meer is dan een thriller. Maar wat dan?

Hoeg kan beelden in taal binden, zegt hij.  Dat is het. Hij beschrijft een ding, een plek, een geluid, een uitzicht, een mechaniek terwijl de lezer nog niet weet over welk ding etc het gaat. Hij schrijft vanuit het beeld toe naar het ding etc. Hij tast af, verkent, proeft, voelt, vormt en zegt dan pas over welk object, gebeurtenis etc hij schrijft. Het maakt nieuwsgierig en spannend. Het is suggestief tot het moment dat hij zegt dat het een hamer is, een ijsschots,  de val vanaf het dakgoot, de trilling van het schip, het noorderlicht, het zwart van een wak,  de kou van vingers, de wond aan het hoofd, de warmte van een hand voor zijn ogen. Hoeg onderzoekt en beeldt uit. Zo leert de lezer over de zee, het ijs, over de ijszee, over de ijsbreker. Deze schrijfstijl is letterlijk mee-slepend, verraderlijk wanneer je op een dwaalspoor raakt, intrigerend als je nog niet weet wie je tegenstander is, wat hij weet, waarom hij aan boord van het schip verschijnt, wanneer hij plotseling verdwijnt en later terugkeert, onherkenbaar, maar toch dezelfde persoon of intussen veranderd, de lezer zich afvraagt of charme gespeeld is, vijandigheid theater of een list? En dit mag voor het verhaal wezenlijk zijn, de lezer zal aan het eind misschien ook meer gevoel voor sneeuw( de titel) hebben, voor sneeuwland en ijszee, voor de onmetelijke witte ruimte rond Antarctica. Een gevoel dat grenst aan de intuïtie voor wiskunde – getallen, maat, verhoudingen in de ruimte - en voor schoonheid ofwel de leegte en zijn vorm.