zondag 8 juli 2012

Praag vandaag, 70 jaar na de aanslag






Binet ,L. HHhH (De Aanslag Op Heydrich)


Praag anno 2012

Synagoge op sabbath

begraafplaats Kafka





Boekbespreking 

Auteur  Laurent Binet

boektitel HHhH


Laurent Binet
Prix Goncourt du premier roman
Prix des Lecteurs – selection 2011
Op 27 mei 2012 was ik met mijn zoon in Praag, de dag waarop zeventig jaar  geleden Gabcik, de Slowaak en Kubis , de Tsjech de aanslag op Heydrich, de SS-generaal en Nazi-Protectoraathouder  pleegden. Ik had het boek van Laurent Binet HHhH nog niet gelezen. Reden om nog eens terug te gaan naar de crypte van de kerk  waar de beide parachtisten met  zeven andere verzetslieden het twintig dagen tegen het geweld van 700 SS-ers hebben uitgehouden. De schatting is dat in totaal ongeveer 1300 mensen bij SS-represailles zijn omgebracht, waaronder alle inwoners van het dorp Lidice dat met de grond gelijk is gemaakt.
Alleen de titel al  van het boek  is walgelijk, als je weet dat het staat voor Himmlers Hirn heisst Heydrich.  Stap erover heen. Liever had ik gelezen Gabcik en Kubis, de Aanslag in Praag, 1942. Walgelijk zoals H.  zelf. Ook de wikkel met 80.000  verkochte exemplaren bij de Nederlandse vertaling weerhield me van de aanschaf.( Voor een boek  misschien een aanbeveling, voor een roman vaak niet.). Ik las het boek tweemaal, Frans blijft voor mij niet eenvoudig; ik moest lucarne , dakraam, echt opzoeken)
Binet spreekt zelf van boek, maar suggereert ook dat hij een roman schrijft. Dat doet hij goed door zijn keuzes, aarzelingen, opties bij het schrijven te étaleren en bij de lezer neer te leggen. Of de Mercedes van H.  zwart of groen en die in het museum een replica is – wat doet het ertoe, tenzij  de schrijver een feitelijk waar verhaal wil vertellen, maar dan is het naar mijn gevoel geen roman (meer) of toch -  een historische roman?  Feiten, geen fictie, een historisch document misschien ? Nee, zoals Sebald in een interview zegt:  ‘(Aber) das Geschriebene ist ja kein wahres Dokument.’ Binet kiest wel objectieve gegevens uit om toch enige psychologie te bedrijven zodat het een roman lijkt.  Ik denk aan de onbekendheid met de plattegrond van Praag, waardoor Gabcik na de aanslag  verdwaalt,  aan de stengun die weigert, aan het Duits waarmee de vrouw een auto ‘vordert’ voor de de gewonde H., aan de ellendige kou in de crypte van de kerk. Gegevens waarmee de verbeelding aan het werk kan.
Het is de vraag of een aanslag, waarvan de afloop historisch vast staat,  zich leent voor een roman. Mulisch geeft het antwoord. Maar Binet wil meer of nog iets anders, nl. ook Heydrich, het blonde beest, de slager van Praag, in al zijn onbegrijpelijke weerzinwekkendheid neerzetten. (Mulisch deed dat apart met Eichmann in ‘de Zaak 61’). Waarschijnlijk heeft Binet daarbij teveel gedacht aan het success van Jonathan Littells les Bienveillantes – een letterlijk misselijk makend boek waarin deze het moorden achter het oostfront vanuit een SS-officier heeft beschreven. Is dat literair sterker? Ik heb het weg gelegd. Misschien had Binet zich beter kunnen spiegelen aan het boek van Jiri Weil, waarvan ik alleen nog het (prijzend) voorwoord van Philip Roth heb gelezen.
Wat me wel bevalt bij de aanpak van Binet is het verbinden van het schrijven met dingen, gebeurtenissen uit zijn eigen leven zoals zijn liefde voor Praag, Natacha en de mooie Slowaakse meisjes. Dat verlevendigt het verleden, actualiseert het, zij het ook weer met ondergeschikte aspecten in het verhaal. Soms doet het narcistisch aan en irriteert dat. Maar toch. ( Ik bezit een  exemplaar ( nummer zoek ik op)  van ‘de Stilte der Zee’ van Vercors,  klandestien in de oorlog uitgegeven door de Bezige Bij  - afkomstig uit mijn vaders erfenis. Om even een proeve van verbinding met Binets boek te geven )
Het dilemma Dichtung und Wahrheit heeft Binet misschien willen oplossen door zowel over Heydrich als over de Aanslag te schrijven in één waar gebeurd verhaal. Een thriller in historische setting of een ware gebeurtenis in een thriller-achtige omlijsting? ( Het blijft een vreemd, modern? verschijnsel om ook in de literatuur, zoals men het noemt, een waar gebeurd verhaal te willen schrijven.  Literatuur is dan geen ‘kunst’ meer maar zoiets als familiekiekjes maken in de fotografie.)  Ik vind dat Malaparte met Kaputt er beter in geslaagd is het fascistisch milieu van angst en wreedheid, ordinaire protserigheid en sluwheid in literatuur vorm te geven. Om nog maar te zwijgen van het meesterlijke werk Memoirs of an Anti-Semite van Gregor von Rezzori, dat geen antisemitisch boek  is wat de titel misschien suggereert, maar heel goed invoelbaar maakt hoe absurd en dwaas en stompzinnig anti-semitisme  is en daarmee heel genuanceerd het onderhuidse gedachtegoed van het Interbellum en het ouder (midden)Europa schetst in de vorm van een vijftal portretten.  Net als Littell gebruikt hij de ik-vorm voor de hoofdpersonen. Zijn vocabulair is bovendien ongelooflijk rijk, zijn taal perfect om de nuances uit te drukken. Toegegeven, Binet sluit beter aan bij het hedendaagse (vluchtige) tijdsbesef – altijd haast, altijd actie, weinig reflectief om het maar eens met een understatement te zeggen. De verleiding om een thriller te schrijven is onweerstaanbaar?
Als schrijver hoopt Binet aan het onvermijdelijke, de dood van Gabcik en Kubis , te ontkomen.  H. voltrekt  zijn eigen ondergang, laat de Mercedes stoppen en begint  te schieten. Binet hoeft niets te doen.
Tenslotte, nog inhoudelijk.  Gabcik en Kubis zijn  de rechtvaardigen die met de inzet van het eigen leven weliswaar recht willen doen maar het onheil niet (kunnen) keren. Dat is de immense tragiek.  Lidice en Putten (in Nederland) –  zijn daarvan voor altijd  het symbool.
Blijft nog het abjecte, waarvan H. letterlijk de belichaming is. En verder. Wie zijn ooit ter verantwoording geroepen? Wie zijn er berecht? Wie hebben erkend dat ze in opdracht de trekker hebben overgehaald? Ja, wie?
Waarom het ploertendom eerst hoogtij moet vieren alvorens mensen tot bezinning komen, blijft een onbeantwoorde vraag.  Het uitblijven van het antwoord is de schaduw die over ons leven hangt.