vrijdag 21 juni 2013

Zeven Dagen in de Baliemvallei (West-Papua)










Titel :  Zeven Dagen in de Baliemvallei (West-Papua/Nieuw Guinea), published in 2009 (lulu)
 ISBN 978 – 90- 9024904-9
Auteur: Derk Cools
Over West-Papua ofwel Nieuw-Guinea is niet zoveel bekend. De grote Baliemvallei in het hart van het eiland is pas in 1938 door een  Amerikaan Richard Archbold ontdekt. Als er al over het grote eiland, een subcontinent geschreven wordt, gaat het meestal over de politieke verwikkelingen in het begin van de jaren zestig of over de beknelde positie van de Papuas onder Indonesisch bewind. Deze aandacht is terecht en onontbeerlijk voor de bevolking.

Onlangs was er in het Amsterdamse fotomuseum (het FOAM) een schitterende foto-tentoonstelling van Papua-portretten.  Je kon je er uren vergapen aan de ondoorgrondelijke blik van Papuas ( in het Asmat gebied, het zuiden).  Koos Breukel & Roy Villevoye – Tí Press Release | Amsterdam, 22 February 2013  Koos Breukel & Roy Villevoye - Tí 12 April - 19 June 2013

Wat hier kunstzinnig en fotografisch vakbekwaam in beeld is gebracht, heb ik in het boekje Zeven Dagen in de Baliemvallei onder woorden willen brengen. In dertig anecdotes verhaal ik van de belevenissen tijdens mijn korte bezoek in het hartje van West-Papua. Het is niet bedoeld als een informatief naslagwerkje. Daarvoor kun je tegenwoordig op internet terecht. Eerder is het een sensitieve geografie van de vallei en zijn bewoners.  Ik probeer de vervreemding die je als bezoeker ervaart weer  te geven in een poging daardoor dichter bij deze mensen te komen – zoals ook de zwijgende  portretfoto’s voor zich spreken.( of de sprekende portretten de stilte laten horen)  Het is een poging om ondanks de taalbarrière de gemeenschappelijk grond van het bestaan in beeld te brengen. Al wandelend, kijkend, onderzoekend en proevend  (en ook  slapend op een koude vloer in een Papua hut) wordt het bestaan gedeeld en open gelegd. Een geografie van de zinnen, van het existentiële, dat dankzij  een pre-Socratisch bewustzijn van de natuur – berg, rivier, bos, wind  – en het wonen in de natuur gedeeld wordt. Ik  voer een kijkspel op wetend dat ik geen der Papua-talen spreek. De Papuas leren me opnieuw kijken en zien, voelen, ruiken, ja kruipen en lopen. We kijken naar de insecten, de bomen, de waterval, we luisteren naar het water, de wind, de stemmen op de markt, de slag van de bijl tegen de  boom, het geknor van de altijd aanwezige zwijntjes. We nemen de tijd, die duurt en duurt. We lachen om de koffiepot die ontbreekt. Het is de expressie op ons gezicht, die ons dichterbij brengt. Het is de Poétique de la géographie, zoals Michel Onfray het noemt in zijn boek Théorie du Voyage. Het boekje over de Baliemvallei beoogt een duurzamer effect dan een doorsnee reisverhaal.




maandag 17 juni 2013

Stoner, van John Edwards Williams



Titel: Stoner
Auteur John Edwards Williams

Spectaculair door zijn Ingetogenheid

Een meesterlijke, klassieke roman, die doet denken aan het werk van Virginia Woolf, zoals in een boekrecensie wordt gezegd. Een Amerikaanse roman die lange tijd vrijwel onopgemerkt is gebleven, zeker bij het grote publiek en sinds enige tijd in het buitenland furore heeft gemaakt, zich op de commerciële boekenmarkt tot bestseller heeft ontwikkeld.( Vaak geen aanbeveling, dit keer wel) Een merkwaardig fenomeen dat misschien meer zegt over de boekenmarkt dan over het boek en de schrijver. De verbazing hierover deelt men hoofdzakelijk toe aan het feit dat de roman gaat over het leven van een saaie docent Engelse letterkunde in een universiteitsstadje in de Amerikaanse  staat  Missouri, dat zich afspeelt in de eerste helft van de 20ste eeuw. Een figuur die absoluut niet tot verbeelding spreekt, maar  wiens leven door de schrijver  wordt verteld als een indringend drama. Een spectaculair boek door de ingetogenheid van Stoner en de verleidelijke stijl van de schrijver.
Stoner is een man van boerenafkomst die zich aan de universiteit ontwikkelt tot een degelijke docent temidden van enkele uitgesproken collega’s en studenten. Hij trouwt een vrouw, die hem een kind baart, maar hem gevangen houdt in een zielloos huwelijk, bij tijd en wijle hysterisch is en hun dochter gebruikt als splijtzwam tussen de ouders. Korte tijd heeft Stoner een liefdesaffaire met een student. Omwille van zijn huwelijk en de universiteit, beëindigt hij de relatie. Hij verspeelt zijn carrière perspectief. Zijn leven wordt gedwarsboomd door de voorzitter van een werkgroep en zijn pupil, beiden gehandicapt en (mede daardoor?) kwaadaardig en kleingeestig.
De schrijver zegt in een interview dat Stoner voor hem primair een vakman is – docent Engelse letterkunde – en zich onderscheidt door zijn onafbreekbare liefde voor het vak en de professie. Hij is het toonbeeld van een eenvoudig man, die tegenslagen incasseert, de grenzen van zijn talenten kent. Hij is vasthoudend, maar ook koppig, niet bereid tot compromissen wanneer kwaliteit van het onderwijs in het geding is. Hij is sober, geen asceet, wellicht epicurist te noemen in zoverre hij de plicht en de arbeid ervaart als een bron van welbevinden. Niet de opwinding maar de weldadigheid van een georganiseerd bestaan, daarin probeert hij zijn gemoedsrust ( ataraxia) te vinden. (Geluk is een te groot woord in deze sea of sadness)
De schrijver verstaat de kunst  om de lezer mee te voeren met de emoties van Stoner, die wanneer stuitend op hun grenzen weer omslaan in hun tegendeel.  Het leidt tot emotionele spanning en ontspanning, die elkaar afwisselen en soms even worden onderbroken  door korte beschrijvingen van de wereld rondom. Verkennend leidt hij de lezer doorheen de noodlottige ontwikkelingen, waarin Stoner gevangen wordt.  Ook de lezer raakt beklemd en bekneld in de spanningen, maar altijd weer vangt Stoner de slag op door zijn bijna onverstoorbare trouw aan zijn beroep alsook aan zijn mislukte huwelijk met de onmogelijke  echtgenote. Een onevenwichtige vrouw, beneden haar stand getrouwd, voortdurend gericht op een wisselend ideaal van de kleinburgerlijke middenstandsvrouw in de Amerikaanse samenleving. Hoe zwaar Stoner het ook te verduren krijgt, hij houdt zich overeind door de trouw aan zichzelf, aan zijn onverwoestbare wendbaarheid  en inzetbaarheid voor de universiteit. Stoner aanvaardt zijn persoonlijke grenzen  en zijn lot. Nog in het begin van zijn carrière zet een vriend zichzelf, Stoner en een derde neer als mislukkelingen – ongeschikt voor de werkelijkheid, de buitenwereld. Stoner zal dit niet vergeten. Innerlijke vrede, hoe moeilijk bereikbaar ook -  is eerder zijn leidraad dan de buitenwereld en zijn opinies. Hij incasseert, het is waar, meer dan een doorsnee mens verdraagt. Dat is zijn stille kracht.
De schijnbare saaiheid van de intellectueel Stoner is misschien de grootste uitdaging die Williams zich als schrijver heeft gesteld.  Hij blijkt even goed een figuur als Stoner neer te kunnen zetten als (later) de eerste Romeinse Keizer Augustus. Met Stoner is Williams  erin geslaagd  wisselende gevoelens en gebeurtenissen op een uiterst subtiele manier te beschrijven. Zijn taal getuigt van een klassieke fijnzinnigheid en kracht, die raken aan wat Virginia Woolf deed in haar boek the  Waves. Zoals zij de golven laat aanrollen, zich verheffen en omslaan, weet Williams de ziele roerselen van Stoner te doen opklinken. Williams spreekt, schrijft zachtmoedig en kalm, met een groot uithoudingsvermogen en een ongelooflijke nunacering en precisie, die de hand van een meester verraadt. Stoner vormt voortaan een levensgezel.