zondag 19 april 2015

Patrick Modiano : Honeymoon



Patrick Modiano

Honeymoon




Honey Moon


Patrick Modiano

Honeymoon is het derde boek dat ik van Modiano lees en inderdaad veel weg heeft van Dans le café de la jeuenesse perdue en van de roman Dora Bruder. Een Parijse filmmaker is op doorreis in een Milanees hotel, waar hij hoort van een zelfmoord van een vrouw uit Parijs, die hij naar blijkt vroeger tesamen met haar man (Rigaud) ooit ontmoet heeft aan de Franse Mediterrannee en later nog weer in haar (Ingrid’s) woonplaats, Parijs. Via de naam van haar man reconstrueert de filmmaker hun verleden. Hij doet dit terwijl hij zich zelf onttrekt aan een filmexpeditie in het buitenland en aan het zicht van zijn vrouw (Annette), terwijl hij a.h.w. even klandestien is in Parijs als de twee in de oorlog en later in het onbezette Franse Vichy, aan de zuidkust. Ook in deze roman zijn adressen, telefoonnummers en Parijse straten de coördinaten van het verhaal. Er wordt veel speurwerk verricht. Oppervlakkig klopt de legpuzzle, maar de gaten, leemtes verwijzen naar de ontbrekende stukjes. Het leven is ingewikkelder. Herinneringen zijn meer als de ijsbergen, zoals Modiano in zijn Nobelprijs rede zegt. Ze drijven rond in de oceanen van vergetelheid. De tijd is een ruimte waarin parallel of simultaan zich velerlei gebeurtenissen voordoen als ogenschijnlijke identieke voorvallen en personen sterke gelijkenissen met elkaar vertonen, waardoor het maar de vraag is of er wel zoiets bestaat als identiteit en verwissseling en veranderlijkheid niet meer regel dan uitzondering. Zoals ook het bezette Parijs is als de nacht die bedreigt en verhult en de Mediterrane zon juist verblindt en de werkelijkheid oprolt in zijn schaduw. Het verborgene is wat in de roman verschijnt en de ontsnapping tot het centrale thema maakt. Niet alleen de vlucht van het echtpaar en van de filmmaker, maar ook de ontmoetingen en relaties verdwijnen weer in het donker, de ondergrond van het dagelijks bestaan. Het zijn slechts de oplichtende momenten die de lezer krijgt aangeboden, gedompeld in de vormloze duur van de nacht. Hierdoor ervaart de lezer een hevigheid, een intensiteit, een beklemming in het bewustzijn dat het moment kort is en in wezen ongrijpbaar, maar het enige is wat zich toont. Het is bijna alsof de werkelijkheid in doodsnood verkeert, de hoofdpersonen proberen te ontsnappen aan de verdrinkingsdood. Elke zin, elk detail getuigt van deze voortdurende dreiging dat het leven, de werkelijkheid zal ontglippen en ontglipt.


maandag 13 april 2015

Mondiano, Patrick, Dans le café...


Dans le café de la jeunesse perdue

Patrick Modiano




Patrick Modiano

Dans le café de la jeunesse perdue

Wat allereerst opvalt is met welk een nauwkeurigheid de straten van Parijs in kaart gebracht worden, waar de hoofdfiguren van de roman doorbrengen. Een psycho-geografie of cartografie. Waarom is dit opmerkelijk? Alle hoofdfiguren zijn op zoek naar hun verloren jeugd, naar het verleden dat voor sommigen ver weg ligt voor anderen net achter de rug is. In zekere opzicht zinspeelt de titel, denk ik, op Proust, de Verloren en hervonden Tijd. Het is daarom opvallend en kenmerkend dat op zoek naar de tijd, Parijs ruimtelijk wordt uiteen gezet, ontvouwen, ontrold. Het geheugen van de mens schijnt ruimtelijk te werken of anders gezegd herinneringen zijn vaak opgehangen aan ruimtelijke constellaties. De hoofdpersonen dolen bijna onafgebroken door deze metropool, vinden en verliezen de weg, het spoor en de toedracht. Hun zoektocht voltrekt zich in de straten, de parken, op de pleinen van Parijs, waar cafés plekken van tijdelijk oponthoud zijn tussen het dolen door. In het labyrinth van de stad worden steeds meer naambordjes van straten en nummers van huizen opgehangen. De stad van de een is niet de stad van de ander en in zoverre is de stad nog een labyrinth totdat de hoofdpersonen elkaar ontmoeten en bakens en ijkpunten uitzetten, die kunnen fungeren als orientatiepunten in elkaars stad. De lezer kan er een plattegrond van de stad bij nemen, maar daarmee ontneemt hij zichzelf de magie van de tekst, die de stad van de hoofdpersonen is. Ja, de stad is een tekst en niet een kaart. Op een plattegrond regent het zelden, wordt het niet licht of donker, bestaat het café als teken of symbool, maar niet als plek waar men drinkt en rookt. De stad is niet de kaart, de kaart is niet de stad. Door het inzoemen op de straten en plekken wordt de stad bovendien ook telkens weer groter, lijkt de ruimte oneindig uitgebreid en is niet afgegrensd, waardoor steeds weer nieuwe mogelijkheden zich openen.  Het lijkt veeleer zo dat de schrijver niet de stad, maar het verhaal in kaart brengt en misschien is dat ook zo. Maar de hoofdfiguren vertellen het verhaal zelf en daarom voortdurend anders. In zoverrre is het verhaal een speurdersroman zoals ook Auster heeft geschreven. De hoofdpersonen kennen elkaar ook vaak niet bij de echte naam als ze die al hebben. Ze gaan met elkaar om in een soort anonimiteit zoals dat hoort bij stadsmensen. Een schildpad draagt ook altijd een schild en is daaraan herkenbaar. Men geeft zijn geheimen niet (gauw) prijs, maar geeft wel tekenen van herkenning. Dankzij de openingen in de stad als ruimte is er voor de lezer de gelegenheid van een adempauze op het gevaar af dat het web stuk waait en terug gebladerd moet worden. De stad is even ongrijpbaar als het leven, het verleden, de hoofdpersonen. Het meest intrigerend immers zijn de zones neutres en de zwarte gaten, waar de tijd stolt in ondoodringbare materie. Misschien zag het meisje de stad voor het laatst door het raam, het frame, de omlijsting van de oneindigheid in het einde van de werkelijkheid. De ondoordringbaarheid van de stad tenslotte is geschreven in een handschrift van heldere tekens en taal, een puurheid die bijna doorschijnend is.


donderdag 9 april 2015

Patrick Modiano

DORA BRUDER




Patrick Modiano
Dora Bruder
Gallimard 1997

Ik heb het boek destijds gemist. In 1994 was ik gemigreerd naar Curacao, een nieuw leven begonnen, maar het verleden laat zich niet geheel uitwissen zo min als het zich feilloos laat herinneren. Reconstrureren aan de hand van herinneringen, dat doet Modiano in zijn Dora Bruder, het opstandige , Joodse meisje dat, 15/16 jaar oud,  in 1942 een paar dagen verdwijnt, weer opduikt, verdwijnt en tenslotte naar Auschwitz wordt getransporteerd en niet meer terugkomt zoals haar Joodse vader uit Wenen en haar Joodse moeder uit Boedapest. De roman is geschreven als een zoektocht naar Dora, een historisch onderzoek, haar biografie, een topografische verkenning van Parijs, een geheugen-oefening naar Dora, haar ouders, haar leven, naar de feiten, de omstandigheden en de medeplichtigheid van politie en handlangers, anti-semieten, opportunisten.  Dora is  het rebelse meisje dat ontsnapt aan haar opvoeders, aan de kostschool en de burokratische instanties.  De zoektocht van haar vader leidt tot haar opsporing en de ondergang van het gezin. Ze is het meisje dat weg loopt, uit het beeld loopt, eerst door haar vader gezocht en later door de schrijver terug gebracht.  Maar ook de missie van de schrijver haar te achterhalen en hopelijk terug te brengen mislukt. Met beklemmende precisie wordt Dora uit de straten van Parijs, uit de administratieve registers tevoorschijn gehaald, haar leven gereconstrueerd  aan de hand van een steeds grotere collective van feitelijke data.  Maar al doende ontsnapt Dora telkens weer  aan de speurzin van de ouders en van de schrijver. En tegelijkertijd wordt het beeld van de verdwijnende Dora concreter, nauwkeuriger omlijnd, wordt zij ingesloten in het web van steeds meer informatie over haar preciese doen en laten, de plekken waar ze kan zijn geweest of gesignaleerd. Uiteindelijk ontsnapt ze onderweg naar haar ondergang aan de schrijver, de burokraten en instanties tijdens haar kortstondige verdwijningen, die voor altijd geheim blijven en mee op transport gaan. De stipte en strikte verzameling van informatie weerspiegelt de nauwgezetheid waarmee de Nazi’s en hun Franse handlangers in de politie tewerk gingen. De zoektocht naar het verleden is evenals het herinneringsproces beklemmend en obessioneel door de vasthoudendheid, waarmee Dora wordt gevolgd, haar sporen worden nagetrokken alsof zij daardoor alsnog haar lot zou kunnen ontlopen, waartoe haar tijdelijke verdwijningen lijken te willen verleiden. Waarom zou Dora niet definitief kunnen ontsnappen aan de vervolging als het haar soms wel lukt even uit het beeld van haar ouders en de autoriteiten te verdwijnen? Deze valse hoop is de motor van de roman, die tegelijkertijd door het niet-aflatende herinneringswerk de tijdelijke verdwijningen ongedaan wil maken. Hoe meer informatie hoe sterker de realiteit zich terugtrekt, ontglipt. Het onbegonnen werk.  Hoewel de fatale afloop eigenlijk al vast staat,  weet Modiano de lezer te binden aan de zoektocht zelf, stap voor stap, voetje voor voetje, door de straten van Parijs, in de metrostations,  langs de hotels waar ze hebben gewoond, de huizen en straten die zijn gesloopt, voorbij aan de bordjes verboden toegang op deze lege plekken, die herinneren aan Dora’s kortstondige verdwijningen, nog steeds ongewild tekens van valse verwachtingen dat het eens...  Doorheen de roman schemert het trauma van de schuld, waaraan geen mens kan ontsnappen.