Praag anno 2012 |
Synagoge op sabbath |
begraafplaats Kafka |
Boekbespreking
Auteur Laurent Binet
boektitel HHhH
Laurent
Binet
Prix
Goncourt du premier roman
Prix des
Lecteurs – selection 2011
Op 27 mei
2012 was ik met mijn zoon in Praag, de dag waarop zeventig jaar geleden Gabcik, de Slowaak en Kubis , de
Tsjech de aanslag op Heydrich, de SS-generaal en Nazi-Protectoraathouder pleegden. Ik had het boek van Laurent Binet
HHhH nog niet gelezen. Reden om nog eens terug te gaan naar de crypte van de
kerk waar de beide parachtisten met zeven andere verzetslieden het twintig dagen
tegen het geweld van 700 SS-ers hebben uitgehouden. De schatting is dat in
totaal ongeveer 1300 mensen bij SS-represailles zijn omgebracht, waaronder alle
inwoners van het dorp Lidice dat met de grond gelijk is gemaakt.
Alleen de
titel al van het boek is walgelijk, als je weet dat het staat voor
Himmlers Hirn heisst Heydrich. Stap
erover heen. Liever had ik gelezen Gabcik en Kubis, de Aanslag in Praag, 1942.
Walgelijk zoals H. zelf. Ook de wikkel
met 80.000 verkochte exemplaren bij de
Nederlandse vertaling weerhield me van de aanschaf.( Voor een boek misschien een aanbeveling, voor een roman
vaak niet.). Ik las het boek tweemaal, Frans blijft voor mij niet eenvoudig; ik
moest lucarne , dakraam, echt opzoeken)
Binet spreekt
zelf van boek, maar suggereert ook dat hij een roman schrijft. Dat doet hij
goed door zijn keuzes, aarzelingen, opties bij het schrijven te étaleren en bij
de lezer neer te leggen. Of de Mercedes van H. zwart of groen en die in het museum een
replica is – wat doet het ertoe, tenzij
de schrijver een feitelijk waar verhaal wil vertellen, maar dan is het
naar mijn gevoel geen roman (meer) of toch - een historische
roman? Feiten, geen fictie, een
historisch document misschien ? Nee, zoals Sebald in een interview zegt: ‘(Aber) das Geschriebene ist ja kein wahres Dokument.’
Binet kiest wel objectieve gegevens uit om toch enige psychologie te bedrijven
zodat het een roman lijkt. Ik denk aan
de onbekendheid met de plattegrond van Praag, waardoor Gabcik na de aanslag verdwaalt,
aan de stengun die weigert, aan het Duits waarmee de vrouw een auto
‘vordert’ voor de de gewonde H., aan de ellendige kou in de crypte van de kerk.
Gegevens waarmee de verbeelding aan het werk kan.
Het is de
vraag of een aanslag, waarvan de afloop historisch vast staat, zich leent voor een roman. Mulisch geeft het
antwoord. Maar Binet wil meer of nog iets anders, nl. ook Heydrich, het blonde
beest, de slager van Praag, in al zijn onbegrijpelijke weerzinwekkendheid
neerzetten. (Mulisch deed dat apart met Eichmann in ‘de Zaak 61’). Waarschijnlijk
heeft Binet daarbij teveel gedacht aan het success van Jonathan Littells les
Bienveillantes – een letterlijk misselijk makend boek waarin deze het moorden
achter het oostfront vanuit een SS-officier heeft beschreven. Is dat literair
sterker? Ik heb het weg gelegd. Misschien had Binet zich beter kunnen spiegelen
aan het boek van Jiri Weil, waarvan ik alleen nog het (prijzend) voorwoord van
Philip Roth heb gelezen.
Wat me wel bevalt
bij de aanpak van Binet is het verbinden van het schrijven met dingen, gebeurtenissen
uit zijn eigen leven zoals zijn liefde voor Praag, Natacha en de mooie
Slowaakse meisjes. Dat verlevendigt het verleden, actualiseert het, zij het ook
weer met ondergeschikte aspecten in het verhaal. Soms doet het narcistisch aan
en irriteert dat. Maar toch. ( Ik bezit een
exemplaar ( nummer zoek ik op) van ‘de Stilte der Zee’ van Vercors, klandestien in de oorlog uitgegeven door de
Bezige Bij - afkomstig uit mijn vaders
erfenis. Om even een proeve van verbinding met Binets boek te geven )
Het dilemma
Dichtung und Wahrheit heeft Binet misschien willen oplossen door zowel over
Heydrich als over de Aanslag te schrijven in één waar gebeurd verhaal. Een
thriller in historische setting of een ware gebeurtenis in een thriller-achtige
omlijsting? ( Het blijft een vreemd, modern? verschijnsel om ook in de
literatuur, zoals men het noemt, een waar gebeurd verhaal te willen
schrijven. Literatuur is dan geen
‘kunst’ meer maar zoiets als familiekiekjes maken in de fotografie.) Ik vind dat Malaparte met Kaputt er beter in
geslaagd is het fascistisch milieu van angst en wreedheid, ordinaire
protserigheid en sluwheid in literatuur vorm te geven. Om nog maar te zwijgen
van het meesterlijke werk Memoirs of an Anti-Semite van Gregor von Rezzori, dat
geen antisemitisch boek is wat de titel
misschien suggereert, maar heel goed invoelbaar maakt hoe absurd en dwaas en
stompzinnig anti-semitisme is en daarmee
heel genuanceerd het onderhuidse gedachtegoed van het Interbellum en het ouder (midden)Europa
schetst in de vorm van een vijftal portretten.
Net als Littell gebruikt hij de ik-vorm voor de hoofdpersonen. Zijn
vocabulair is bovendien ongelooflijk rijk, zijn taal perfect om de nuances uit
te drukken. Toegegeven, Binet sluit beter aan bij het hedendaagse (vluchtige)
tijdsbesef – altijd haast, altijd actie, weinig reflectief om het maar eens met
een understatement te zeggen. De verleiding om een thriller te schrijven is
onweerstaanbaar?
Als
schrijver hoopt Binet aan het onvermijdelijke, de dood van Gabcik en Kubis , te
ontkomen. H. voltrekt zijn eigen ondergang, laat de Mercedes
stoppen en begint te schieten. Binet
hoeft niets te doen.
Tenslotte,
nog inhoudelijk. Gabcik en Kubis
zijn de rechtvaardigen die met de inzet
van het eigen leven weliswaar recht willen doen maar het onheil niet (kunnen)
keren. Dat is de immense tragiek. Lidice
en Putten (in Nederland) – zijn daarvan voor
altijd het symbool.
Blijft nog
het abjecte, waarvan H. letterlijk de belichaming is. En verder. Wie zijn ooit
ter verantwoording geroepen? Wie zijn er berecht? Wie hebben erkend dat ze in
opdracht de trekker hebben overgehaald? Ja, wie?
Waarom het
ploertendom eerst hoogtij moet vieren alvorens mensen tot bezinning komen,
blijft een onbeantwoorde vraag. Het
uitblijven van het antwoord is de schaduw die over ons leven hangt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten