Een kort verhaal van Denis
Johnson die ik eerder als Amerikaans schrijver op het spoor kwam in een bundel
Birthday Stories verzameld door Haruki Murakami, de beste garantie voor een goede
novelle. Kort natuurlijk per definitie, raak door de verteltrant, Amerikaans
waar het onfortuinlijk leven van Grainier, de houthakker, bosman,
vrachtwagenchauffeur verteld wordt. Eenvoud kenmerkt het leven van deze man en
ook de vertelwijze, waardoor een natuurlijke symbiose ontstaat alsof het
verhaal voor het opscheppen heeft gelegen. Het was er al nog voordat het
geschreven werd, lijkt het, terwijl je
als lezer het tegelijkertijd los leest uit de tekst en wel zo dat je
onherroepelijk op een dag met Grainier onopgemerkt verdwijnt. Het is de
biografie van een onbekende man – een mens zoals in de dagen van het wilde
westen nog voorkwam toen het Amerika werd open gelegd met spoorlijnen, de
bossen werden gekapt en steden verrezen. Bijna zou ik zeggen het is een
existentialistisch verhaal, Grainier werkt, leeft met de natuur, wolven,
paarden, honden, ontmoet de vreemdeling Indiaan, Chinees,een half-mens ( een
wolvekind, zijn eigen dochter?) de stervende William Haley, over wie hij altijd
zal blijven zwijgen, incasseert verlies van vrouw en kind door brand, ervaart
de metamorphose van de wereld, vliegt een keer in een vliegtuig, nadert het onontkoombare van het einde. Het
leven als droom, ondoorgrondelijk maar werkelijk, een trein die door een droom rijdt, een droom
die je vanuit een trein beleeft? Wat na-ijlt is het gevoel van melancholie over
het verlies.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten