Titel : Smilla’s
gevoel voor sneeuw
Deense Schrijver: Peter Hoeg
Vertaling : Gerard Cruys
18e druk 2002 (1ste druk 1994) 429 bladzij
Hieronder een link
van een interview met de schrijver in het dagblad Trouw, in 1994.
Wat voeg ik daaraan toe. In dat jaar verhuisde ik vanuit
Nederland naar Curacao, toen nog de Nederlandse Antillen. Hoeg zegt dat hij
dankzij zijn reizen zich bewuster is geworden van de verschillen in culturen.
Hij kon daardoor ook beter de hoofdpersoon Smilla als een Groenlandse
neerzetten; ook heeft hij gezien hoe anders men over vrouwen kan denken – niet
als verdrukt maar als vrijgevochten. De
vrouwen op Curacao dragen dit ook in zich. Het besef van verschil is door mijn
emigratie ook sterker geworden.
Het boek was een bestseller – te vroeg volgens Hoeg en voor
mij geen aanbeveling – en wordt gezien als een literaire thriller, wat dat ook
(voor verkooppraatje) mag zijn. Laat ik het er op houden dat het boek meer is
dan een thriller. Maar wat dan?
Hoeg kan beelden in taal binden, zegt hij. Dat is het. Hij beschrijft een ding, een
plek, een geluid, een uitzicht, een mechaniek terwijl de lezer nog niet weet
over welk ding etc het gaat. Hij schrijft vanuit het beeld toe naar het ding
etc. Hij tast af, verkent, proeft, voelt, vormt en zegt dan pas over welk
object, gebeurtenis etc hij schrijft. Het maakt nieuwsgierig en spannend. Het
is suggestief tot het moment dat hij zegt dat het een hamer is, een ijsschots, de val vanaf het dakgoot, de trilling van het
schip, het noorderlicht, het zwart van een wak, de kou van vingers, de wond aan het hoofd, de
warmte van een hand voor zijn ogen. Hoeg onderzoekt en beeldt uit. Zo leert de
lezer over de zee, het ijs, over de ijszee, over de ijsbreker. Deze
schrijfstijl is letterlijk mee-slepend, verraderlijk wanneer je op een
dwaalspoor raakt, intrigerend als je nog niet weet wie je tegenstander is, wat
hij weet, waarom hij aan boord van het schip verschijnt, wanneer hij plotseling
verdwijnt en later terugkeert, onherkenbaar, maar toch dezelfde persoon of
intussen veranderd, de lezer zich afvraagt of charme gespeeld is, vijandigheid
theater of een list? En dit mag voor het verhaal wezenlijk zijn, de lezer zal
aan het eind misschien ook meer gevoel voor sneeuw( de titel) hebben, voor sneeuwland
en ijszee, voor de onmetelijke witte ruimte rond Antarctica. Een gevoel dat
grenst aan de intuïtie voor wiskunde – getallen, maat, verhoudingen in de
ruimte - en voor schoonheid ofwel de leegte en zijn vorm.