Titel : Zeven Dagen in de Baliemvallei
(West-Papua/Nieuw Guinea), published in 2009 (lulu)
ISBN 978 – 90-
9024904-9
Auteur: Derk Cools
Over West-Papua ofwel Nieuw-Guinea is niet zoveel bekend.
De grote Baliemvallei in het hart van het eiland is pas in 1938 door een Amerikaan Richard
Archbold ontdekt. Als er al over het grote eiland, een subcontinent geschreven
wordt, gaat het meestal over de politieke verwikkelingen in het begin van de
jaren zestig of over de beknelde positie van de Papuas onder Indonesisch
bewind. Deze aandacht is terecht en onontbeerlijk voor de bevolking.
Onlangs was er in het Amsterdamse fotomuseum (het FOAM) een schitterende foto-tentoonstelling van Papua-portretten. Je kon je er uren vergapen aan de ondoorgrondelijke blik van Papuas ( in het Asmat gebied, het zuiden). Koos Breukel & Roy Villevoye – Tí Press Release | Amsterdam, 22 February 2013 Koos Breukel & Roy Villevoye - Tí 12 April - 19 June 2013
Wat hier kunstzinnig
en fotografisch vakbekwaam in beeld is
gebracht, heb ik in het boekje Zeven Dagen in de Baliemvallei onder woorden
willen brengen. In dertig anecdotes verhaal ik van de belevenissen tijdens mijn korte bezoek in het
hartje van West-Papua. Het is niet
bedoeld als een informatief naslagwerkje. Daarvoor kun je tegenwoordig op
internet terecht. Eerder is het een
sensitieve geografie van de vallei en zijn bewoners. Ik probeer de vervreemding die je als
bezoeker ervaart weer te geven in een
poging daardoor dichter bij deze mensen te komen – zoals ook de zwijgende portretfoto’s voor zich spreken.( of de
sprekende portretten de stilte laten horen) Het is een poging om ondanks de taalbarrière
de gemeenschappelijk grond van het bestaan in beeld te brengen. Al wandelend, kijkend, onderzoekend en
proevend (en ook slapend op een koude vloer in een Papua hut)
wordt het bestaan gedeeld en open gelegd. Een geografie van de zinnen, van het
existentiële, dat dankzij een
pre-Socratisch bewustzijn van de natuur – berg, rivier, bos, wind – en het wonen in de natuur gedeeld wordt.
Ik voer een kijkspel op wetend dat ik
geen der Papua-talen spreek. De Papuas leren me opnieuw kijken en zien, voelen,
ruiken, ja kruipen en lopen. We kijken naar de insecten, de bomen, de waterval,
we luisteren naar het water, de wind, de stemmen op de markt, de slag van de
bijl tegen de boom, het geknor van de
altijd aanwezige zwijntjes. We nemen de tijd, die duurt en duurt. We lachen om
de koffiepot die ontbreekt. Het is de expressie op ons gezicht, die ons
dichterbij brengt. Het is de Poétique de
la géographie, zoals Michel Onfray het noemt in zijn boek Théorie du Voyage. Het boekje over de Baliemvallei beoogt een duurzamer effect dan een doorsnee reisverhaal.