Gepubliceerd in de Ñapa van
de Amigoe, 12/09/2015
In dit klein essay laat ik
mijn gedachten gaan over de magie van het Korte Verhaal. Het is een literair genre
dat heel goed past bij onze zo haastige tijd. Het is ook een intrigerend en
boeiend genre. En het is niet eenvoudig onder woorden te brengen waarin het
geheim van dit genre schuilt. Als je er over nadenkt, ontglipt het je vaak. Je
herleest het verhaal nog eens. Soms helpt dat. Toch weet je vaak nog steeds
niet precies waarom je het verhaal, dat je gelezen hebt, zo goed vindt. Goed,
wat is goed? Spannend, emotioneel, droevig, uitbundig, opwindend? Ja, dat kan
allemaal wel, maar zegt nog niet waarom het zo’n adembenemend verhaal is. Ik
doe hieronder een gooi naar het geheim van het Kort Verhaal. Ik roep de Japanse
schrijver Haruki Murakami erbij, die mij met zijn bundel Birthday Stories op
het goede spoor zet. Ook de Amerikaanse schrijver van korte verhalen Raymond
Carver snelt me te hulp.
Het is waar, in deze tijd
hebben de meeste mensen haast, veel haast. Ze hebben het druk en weinig tijd
voor lezen. Ze lopen bij wijze van spreken zichzelf haastig voorbij. Een Kort
Verhaal heeft de charme dat het ergens onderweg gelezen kan worden. Natuurlijk
op het gevaar af dat je het weer snel vergeet als het je niet echt raakt.
Haruki Murakami schreef een boekje over hardlopen en schrijven. Het draagt de
titel ‘What I talk about when I talk about running.’ Niet elke schrijver is
natuurlijk een jogger of hardloper. Murakami blijkt een ware marathonloper met
veel ervaring. Het meeste dat hij weet over het schrijven van fictie heeft hij
geleerd tijdens het hardlopen, schrijft hij! Hardlopen is dus rustgevender dan
gewone haast in het dagelijkse leven? Het geeft gelegenheid tot nadenken! Haast
is niet productief, running wel? Murakami vertelt dat schrijvers en runners
veel gemeenschappelijks delen. Ze moeten regelmatig oefenen, zich inspannen en
onderwerpen aan discipline, doorzetten en pijn lijden. Ze herkennen elkaar hierin
– zoals Murakami en Raymond Carver. Grappig is dat Murakami de titel van zijn
boekje ontleend heeft aan een bundel van deze Amerikaanse schrijver van spannende
verhalen, Raymond Carver ‘What we talk about when we talk about love.’ Murakami
heeft alleen het woordje love vervangen door running. Hij wil laten zien dat
hij in dezelfde geest schrijft als Carver en met evenveel spirit. Carver’s
boekje bevat een rijke collectie korte verhalen van superieure klasse. Maar als
je het uit hebt, zit je toch weer met de levensgrote vraag waarom zijn dit nu
zulke goede verhalen.
Een kort verhaal is, naar
mijn mening, verdienstelijk wanneer het bij wijze van spreken lang duurt of als
het nog voortduurt, wanneer het al voorbij is! Het moet nog nawerken. Een kleine
paradox, Spielerei met de Tijd, die ons helpt het geheim van het Korte Verhaal
beter te begrijpen. Want daarover gaat het hier. Haruki Murakami stelde een
bundel van Engelse verhalen samen onder de titel Birthday Stories. De Birthday
herinnert ons aan het begin van ons leven, dat we zelf niet kennen.
Tegelijkertijd is het een dag, die we ons meestal heel wel bewust zijn.
Iedereen kan zich er dan ook iets bij voorstellen. Kadootjes, bezoekers, muziek,
een taart, spelletjes. Het is een dag vol emoties, spanning, twijfel of hoop. De
verjaardag is het feest van de verrassing, zoet soms bitter. De schrijver van
een birthday story gunt zichzelf maar weinig tijd. Dat scherpt de pen, de
humor, de waarneming, de conversaties, het verhoogt het tempo in het verhaal en
verdicht de tekst. Het is voor de schrijver er op of er onder. Hij beklimt het
podium en moet zonder omhaal zijn kunst vertonen. Ontsnappen is niet mogelijk. Aan
het eind van de verjaardag valt onherroepelijk de nacht. Het verhaal is uit. De
jarige is een dag ouder, blij, moe, bedroefd, dankbaar, gekwetst of wijzer.
Een birthday story bevat
alle ingrediënten, die in wezen elk goed Kort Verhaal kenmerken. Het kent een
grote emotionele intensiteit, een compacte vorm, heftige spanning en een
gebeurtenis al dan niet noodlottig van karakter. Het cirkelt rond de verrassing
zoals bij een verjaarsfeest. Daarin gaat het geheim van het Kort Verhaal
schuil. Het kent een grote lading, een intensiteit van tijd en samengebalde
emoties, ook zonder knal heeft het een echo.
De bundel Birthday Stories
geeft ons een inzicht in wat de schrijver Murakami zelf een goed Kort Verhaal
vindt. Hij brengt ons op het spoor van goede story tellers in het Engelse
taalgebied. Ik noem uit zijn bundel naast Raymond Carver ook Denis Johnson en
Russell Banks. Zij hebben ieder korte verhalen op hun naam staan. Sublieme soms
hallucinerende verhalen. Het verbaast niet dat zij ook dichters zijn. Het zijn
schrijvers in staat om kort en indringend te schrijven, beeldend en intens,
rauw en aards. Als lezer staat je soms het zweet in de handen, doordat je bijna
vergeet te ademen in de moordende stilte, waarin de gebeurtenissen in het
verhaal zich voltrekken. Denis Donoghue schrijft: ‘In Raymond Carver’s stories, it is dangerous even
to speak.’ Het spreken trekt het gevaar aan, dat overal in het Korte Verhaal
rondwaart. Het is als de steen, die een helling afrolt en een lawine los maakt.
Stilte is een reactie op dit gevaar dat als geweld door de naden van het
bestaan kruipt. Geweldadigheid ligt overal in het verhaal op de loer, neemt de
vorm aan van onzekerheid, gevaar, misdaad, noodlot. Zoals in de Birthday story
‘the Bath’ (van Carver), waarin het jarige jongetje in het verkeer wordt
aangereden, in het ziekenhuis terecht komt, bewusteloos of in coma geraakt,
dokters en zusters in- en uitlopen, zijn ouders bij het bed zitten in grote
onzekerheid en zichzelf bij herhaling geruststellen, een verhaal dat eindigt
met een telefoontje....
De moordende stilte in het
Kort Verhaal is eigenlijk een kort oponthoud in het aanhoudend geweld van
gebeurtenissen en voorvallen. Het is in het verhaal het moment, waarop de
afgrond van het bestaan zich opent. Het moment van de duizeling. Tijdens dat
oponthoud openbaart zich vaak in de banaliteit van alledag de ethiek in de
vertelling. Mensen staan voor een beslissing. Ze moeten kiezen. De tijd
verstrijkt, in het verhaal resten nog maar een paar bladzij, meer niet. Het moet
nu gebeuren. Het is nu, de daad of de misdaad, de confrontatie met zichzelf of
met de Ander. Heel soms dient zich de mogelijkheid van een metamorfose aan, een
gedaantewisseling als laatste uitvlucht uit een benarde situatie.
In het korte verhaal is er de
condensatie van het leven, het alles of niets. Het is bij uitstek het genre
waarin de morele vraag zich plotseling kan aandienen om even snel weer te
verdwijnen. Een goed voorbeeld uit de bundel Birthday Stories is het verhaal
van de schrijver Denis Johnson, getiteld Dundun. Dit is de naam van de jarige
hoofdpersoon, die op die feestdag ruzie krijgt met zijn vriend Mc Innes en hem
neerschiet. In de auto op weg naar het ziekenhuis dwingt Dundun zijn gewonde
vriend te zeggen: ’Tell them (in het ziekenhuis) it was an accident. Okay? .. ‘Promise,’ Dundun said. But Mc. Innes said
nothing. Because he was
dead.’ Dit is een staaltje van een Birthday Story, waarin de schrijver in één
keer alle opgekropte energie lostrekt. Dit is een goede illustratie van het
genre Korte Verhaal in volle werking, onweerstaanbaar, fel, explosief, in dit
geval zelfs dodelijk. Verrassing, stilte, ethiek, de duizeling, het is er
allemaal in het korte verhaal.
Tot slot nog dit. Raymond
Carver schreef aan het eind van zijn leven het boekje ‘A new Path to the
Waterfall.’ Hij schreef het toen de dood hem op de hielen zat. Hij had haast,
grote haast. Hij koos passages uit verhalen van de Russische schrijver Tsjechov
en schreef er eigen, dichterlijke teksten naast. Het is een ode aan het leven
en aan Tsjechov, die hij beschouwde als de meester van het Korte Verhaal. In
dit sublieme werkje is het onderscheid tussen het Kort Verhaal en het
parlando-gedicht (proza gedicht) vrijwel geheel verdwenen. Met deze hommage
naderde Raymond Carver zijn grote voorbeeld Tsjechov misschien nog het meest.
Haruki Murakami, Birthday
stories, in Harvill Press 2002
Raymond Carver, A New path
to the Waterfall, in Harvill Press 1989
Denis Johnson, Jesus’ Son,
in Picador 1992