Boekbespreking 2013
Carlo Lévi
Christ stopped at Eboli
Christ stopped at Eboli
Over verbanning naar een traditionele boerensamenleving
De schrijver wordt door het fascistisch régime van Mussolini in de jaren
dertig van de vorige eeuw naar het Zuiden van Italië verbannen. Zijn verbanning
eindigt na een jaar, wanneer Mussolini de oorlog in Abessinië (Ethiopië) heeft
gewonnen. Het boek schrijft Lévi tijdens de oorlog, in 1944. Het beschrijft
niet zozeer zijn eigen leven als wel de samenleving van de boeren. Het is een
traditionele, eenvoudige maatschappij van arme mensen, voor wie hij niet alleen
balling is maar ook schilder en vooral dokter. Hij schrijft met empathie over
hun deerniswekkend leven, hun gewoonten, hun strijd, inspanningen, over hun
liefde, achterdocht, wantrouwen en menselijke relaties, hun lot, ziekte en de
dood. Het zijn memoires van een dorpsleven, van een kaal bestaan geschilderd met het penseel. De schrijver mag dan verbannen zijn, de
boeren zijn niet minder gevangen in een cirkel van uitzichtsloos werken,
onderdrukking, uitbuiting, malaria en armoede. De Staat, Rome, de Kerk is de
dief van hun leven. Zelfs de opstand, de revolte biedt geen uitkomst, telkens
komt de uitbuiter terug.
Het is een boek van pijn en smart , zelden van een glimlach. De
ontreddering en hardheid van het
dagelijks bestaan, van een gesloten samenleving. Zelfs de Amerikanen, de tijdelijke emigranten
brengen geen verandering in het dorpsleven, maar laten zich weer opslorpen in
de cirkel van armoede en ziekte, magie en dood.
Lévi schildert met woorden het wel en wee van deze in de grond heidense
gemeenschap, eeuwenlang onderworpen aan externe machten. Hij heeft oog voor het
leed en de kwelling van mensen, voor de
erbarmelijke toestand waarin zij hun dagen slijten. Als schrijver zet hij zijn ervaringen in een
ruimer filosoferende kontekst met existentiële vragen en korte overpeinzingen,
waardoor het boek zijn ballingschap overstijgt. Als dokter helpt hij de mensen,
die hem meer geneeskracht toekennen dan zijn beroep mogelijk maakt. Het toont
ook de verwevenheid van genezing, vertrouwen, magie.
De schrijver is dankzij zijn beroep een participerende waarnemer, die in
de gelegenheid is om veel dorpelingen te spreken en van gedachten te wisselen.
De memoires hebben daardoor deels een beschrijvend deels een meditatief
karakter. De schrijver is vrijwel nooit
alleen, wat hj graag zou willen maar wel eenzaam door de geestelijke kloof
tussen hem en de dorpelingen hoe zeer hij al handelend deze als dokter
overbruggen wil. Als lezer woon je in het
dorp en beleef je het bestaan in het dorp en de tochtjes door de bergen in de
omgeving. Sterk is dat hij echte mensen
neerzet en geen types, hetgeen zijn schrijversschap bewijst. De voorvallen zijn
altijd weer even verrassend, intens als opzienbarend ook in hun ogenschijnlijke
onbeduidendheid. Zij vormen a.h.w. een
middeleeuws schilderij waarop van dichtbij veel te zien is, een dronkaard, een
leeg gegeten tafel met een hond eronder, een vrijpartij, een verlaten landweggetje,
een dokter met zijn patient etc. Het is een picturaal verhaal zonder plaatjes.
De mensen weten dat ‘ze’, hen niet beschouwen als mensen, niet als christenen,
maar als on-mensen, dieren/beesten. Zelf beschouwen ze zich misschien wel als
christenen, zeker op het moment van rituele passages als geboorte en dood, maar
in wezen en in de praktijk zijn ze tot op het bot heidenen, animistisch door
het dagelijkse verbondenheid met de natuur:
de bergen, de bomen, de rivier,
de wolven, de wind, het moeras.
Anders bezien is het boek ook een
anthropologisch werkje over een statische samenleving, over de cultuur van de
armoede van de wisselvalligheid van het
boerenbedrijf, anders maar ook in zekere zin vergelijkbaar met b.v. Oscar Lewis
: Five Families , study in poverty, Mexico schreef. Het is paradoxaal gesproken
ook een reisboek in zoverre het een
andere cultuur laat zien, gezien door het oog van een buitenstaander. Met een
beetje overpeinzende instelling kan de lezer
voluit genieten van dit verbale schilderij van zijn ballingschap in een
ook voor de schrijver weerbarstige samenleving
Tenslotte nog dit. Het verhaal wisselt van natuur naar gemeenschap
en weer terug. In zekere zin is Lévi een geografische schrijver, hij houdt van
het landschap, de seizoenen, de habitat van de mensen zonder de historie, het
verleden uit het oog te verliezen. Met zijn beschrijving van de magie, de
(zwarte) Madonna reikt hij voorbij de
geschiedenis naar de heidense wereld met zijn aards karakter.