zaterdag 23 november 2013

Carlo Lévi Christ stopped at Eboli




Boekbespreking 2013
Carlo Lévi
Christ stopped at Eboli

Over verbanning naar een traditionele boerensamenleving

De schrijver wordt door het fascistisch régime van Mussolini in de jaren dertig van de vorige eeuw naar het Zuiden van Italië verbannen. Zijn verbanning eindigt na een jaar, wanneer Mussolini de oorlog in Abessinië (Ethiopië) heeft gewonnen. Het boek schrijft Lévi tijdens de oorlog, in 1944. Het beschrijft niet zozeer zijn eigen leven als wel de samenleving van de boeren. Het is een traditionele, eenvoudige maatschappij van arme mensen, voor wie hij niet alleen balling is maar ook schilder en vooral dokter. Hij schrijft met empathie over hun deerniswekkend leven, hun gewoonten, hun strijd, inspanningen, over hun liefde, achterdocht, wantrouwen en menselijke relaties, hun lot, ziekte en de dood. Het zijn memoires van een dorpsleven, van een kaal bestaan  geschilderd met het penseel.  De schrijver mag dan verbannen zijn, de boeren zijn niet minder gevangen in een cirkel van uitzichtsloos werken, onderdrukking, uitbuiting, malaria en armoede. De Staat, Rome, de Kerk is de dief van hun leven. Zelfs de opstand, de revolte biedt geen uitkomst, telkens komt de uitbuiter terug.
Het is een boek van pijn en smart , zelden van een glimlach. De ontreddering  en hardheid van het dagelijks bestaan, van een gesloten samenleving.  Zelfs de Amerikanen, de tijdelijke emigranten brengen geen verandering in het dorpsleven, maar laten zich weer opslorpen in de cirkel van armoede en ziekte, magie en dood.
Lévi schildert met woorden het wel en wee van deze in de grond heidense gemeenschap, eeuwenlang onderworpen aan externe machten. Hij heeft oog voor het leed en de kwelling van mensen,  voor de erbarmelijke toestand waarin zij hun dagen slijten.  Als schrijver zet hij zijn ervaringen in een ruimer filosoferende kontekst met existentiële vragen en korte overpeinzingen, waardoor het boek zijn ballingschap overstijgt. Als dokter helpt hij de mensen, die hem meer geneeskracht toekennen dan zijn beroep mogelijk maakt. Het toont ook de verwevenheid van genezing, vertrouwen, magie.
De schrijver is dankzij zijn beroep een participerende waarnemer, die in de gelegenheid is om veel dorpelingen te spreken en van gedachten te wisselen. De memoires hebben daardoor deels een beschrijvend deels een meditatief karakter.  De schrijver is vrijwel nooit alleen, wat hj graag zou willen maar wel eenzaam door de geestelijke kloof tussen hem en de dorpelingen hoe zeer hij al handelend deze als dokter overbruggen wil.  Als lezer woon je in het dorp en beleef je het bestaan in het dorp en de tochtjes door de bergen in de omgeving.  Sterk is dat hij echte mensen neerzet en geen types, hetgeen zijn schrijversschap bewijst. De voorvallen zijn altijd weer even verrassend, intens als opzienbarend ook in hun ogenschijnlijke onbeduidendheid.  Zij vormen a.h.w. een middeleeuws schilderij waarop van dichtbij veel te zien is, een dronkaard, een leeg gegeten tafel met een hond eronder, een vrijpartij, een verlaten landweggetje, een dokter met zijn patient etc. Het is een picturaal verhaal zonder plaatjes. De mensen weten dat ‘ze’, hen niet beschouwen als mensen, niet als christenen, maar als on-mensen, dieren/beesten. Zelf beschouwen ze zich misschien wel als christenen, zeker op het moment van rituele passages als geboorte en dood, maar in wezen en in de praktijk zijn ze tot op het bot heidenen, animistisch door het dagelijkse verbondenheid met de natuur:  de bergen,  de bomen, de rivier, de wolven, de wind, het moeras.
 Anders bezien is het boek ook een anthropologisch werkje over een statische samenleving, over de cultuur van de armoede  van de wisselvalligheid van het boerenbedrijf, anders maar ook in zekere zin vergelijkbaar met b.v. Oscar Lewis : Five Families , study in poverty, Mexico schreef. Het is paradoxaal gesproken  ook een reisboek in zoverre het een andere cultuur laat zien, gezien door het oog van een buitenstaander. Met een beetje overpeinzende instelling kan de lezer  voluit genieten van dit verbale schilderij van zijn ballingschap in een ook voor de schrijver weerbarstige samenleving
Tenslotte nog dit.  Het verhaal wisselt van natuur naar  gemeenschap en weer terug. In zekere zin is Lévi een geografische schrijver, hij houdt van het landschap, de seizoenen, de habitat van de mensen zonder de historie, het verleden uit het oog te verliezen. Met zijn beschrijving van de magie, de (zwarte) Madonna  reikt hij voorbij de geschiedenis naar de heidense wereld met zijn aards karakter. 

woensdag 20 november 2013

Light Years, James Salter



Boekbespreking , jaar 2013

Light Years  ( Penguin Books, heruitgave  in 2007)
James Salter en een Introduction van Richard Ford
De schrijver James Salter is populair in Nederland – sinds kort. In deze heruitgave van Penguin Books wordt hij een Master of Fiction genoemd. In de Amazon. Reviews  van lezers vind je veel lovende maar ook tamelijk wat negatieve kritieken. De lof heeft meestal betrekking op de poëtische taal, de kritiek op de nare karakters. Ford wijst erop dat Salter op rake wijze de trivialisering van het leven door de hoofdpersonen tot kern van zijn roman heeft gekozen. Hij beeldt het dagelijks leven van een well to do Amerikaans gezin uit, Nedra en Viri Berland met 2 dochters Katy en Danny, in een huwelijk dat op de rotsen loopt. Hoe ze in al hun materiële welvaart, de parties en het lieflijke gezinsleven toch niet het geluk  vinden, hoewel ze dat wel beweren, maar het elders zoeken in meer geld, meer status, meer naam, meer buitenlandse reizen, buitenechtelijke verhoudingen etc. Hoe ze aan het geluk feitelijk voorbijgaan terwijl het aan hun voeten ligt. Zij leven, zegt Ford, alsof ze het nog een keer kunnen overdoen. Ze missen het geloof en de moed om het serieus te nemen en trivialiseren het. Salter stelt dat aan de kaak, het onechte leven in luchtigheid en daarmee het ware leven laten ontglippen. Het is daarom dat veel lezers zich ergeren aan de karakters, terwijl Salter daarmee juist laat zien dat zo’n leven in luchtigheid, plezier en oppervlakkig genot het leven tekort doet, het trivialiseert. Het is de houding tegenover het plezier die de hoofdpersonen parten speelt, zij willen altijd meer en anders en elders. Er ontbreekt hun elke terughoudendheid en matiging, zij zijn in de grond ontevreden met zichzelf en het mooie leven dat ze leiden. Ook mij bevangt de ergernis tijdens het lezen totdat ik begrijp dat Salter de trivialisering onverbiddellijk en zonder pardon, bewust voor de lezer uitstalt. Misschien is het toch paradoxaal dat ook Salter suggereert dat het leven van zijn hoofdpersonen stuk loopt doordat ze verlangen naar een ander, nog beter leven , terwijl  hij afstandelijk als schrijver impliciet ook lijkt vast te houden aan het bestaan van een ander, echter leven. . Hij zet zijn personen te kijk, maar dan? Hij pakt de lezer met fluwelen handschoenen aan, maar confronteert hem meedogenloos met de verachtelijke trivialisering die hij breed uitmeet. Het falen van de hoofdpersonen om voluit te leven in plaats van te vluchten in ontaard hedonisme, dwingt de lezer zich erop te concentreren hoe het leven  hen ontglipt, waar deugden ten onder gaan in een gebrek aan morele kracht. In zekere zin is het een hard boek, waarin wezenlijke compassie ontbreekt. De titel Light Years heeft alles van doen met de lichtheid van het leven zoals de hoofdpersonen het ervaren en leven, niet in staat tot wezenlijke existentiële beleving. Zij leven in hun eigen film. Salter sleept de lezer met zijn lichte taal, zijn poëtische acrobatiek door deze onverdraaglijke lichtheid heen. Hij is een master of fiction, een muzikant, een pantomime speler in taal.