Charlie Bloem
De Vandalsky Papers
Auteur: Derk Cools
Uitgeverij: lulu
http://www.lulu.com/shop/derk-cools/charlie-bloem/paperback/product-21901486.html
Onlangs is de novelle Charlie Bloem van de schrijver Derk Cools verschenen. Een literaire analyse ontbreekt nog. De novelle is verhaaltechnisch geconstrueerd rond een fantastische gebeurtenis op een Caribisch eiland (Curacao). Een lokale krant bericht dat kinderen een (zwarte) Madonna hebben gezien, zwevend boven de kust om daarna onvindbaar te verdwijnen in een kunuku huisje. Een priester legt het verhaal voor aan een rechter en advocaat. Tezamen met de journalist Vandalsky, die het verhaal publiceert, onderwerpen zij in kleine kring de gebeurtenis aan een onderzoek. In de lokale gemeenschap neemt men stilzwijgend aan dat het om een wonder gaat. De druk op het kleine gezelschap neemt toe. De rechter laat zich verleiden tot een diepzee-expeditie om zijn waarnemingsvermogen te testen. De priester vlucht het eiland af naar Polen. De journalist lijdt steeds vaker aan hallucinaties en verdwaalt in de mondi. De advocaat Charlie Bloem, die op verzoek van de priester onderzoek doet, vertelt terugblikkend op de gebeurtenis het verhaal. Er ontspint zich een strijd tussen verstand en magie (brua), licht en duisternis, liefde en jaloezie met een zoektocht naar ieders persoonlijke identiteit als inzet. De roman volgt een spoor naar de werkelijkheid met een noodlottige afloop. De ondertitel ‘de Vandalsky Papers’ geeft aan dat de roman ook als een thriller gelezen kan worden, voor wie een roman zonder plot geen bestaansrecht heeft. De vraag is hoe kan documentatie over een verschijning worden opgebouwd als het in wezen gaat om een hallucinatie, waarvan de journalist Vandalsky als enige verslag in de krant doet.
De novelle bestaat uit zes
delen, waarvan het eerste deel even lang is als de andere tezamen. Elk deel
wordt ingeleid met een bericht uit de internationale pers. Drie berichten
hebben betrekking op de inslag van een grote meteoriet in Siberië. Twee andere
gaan over bizarre gebeurtenissen in Japan en Rusland. Altijd loert de dood om
de hoek. De berichten vormen tezamen een kort verhaal gekenmerkt door shock and
awe.
De personages in het boek,
migranten op het Caribisch eiland, worden in het eerste deel één voor één
geintroduceerd, terwijl de magie van de mythische gebeurtenis zich als een
inktvlek door de tekst heen verspreidt. In deel 2 en 3 wordt de lezer
aangesproken om actief deel te nemen aan de waarheidsvinding. De mysterieuze
gebeurtenis blijkt veel weg te hebben van een pantomime. Deel 4 en 5 zijn
gewijd aan de vlucht van de priester, zodat de lezer het mysterie afstandelijk
kan bekijken. De barre tocht van de priester te paard door het moeras in Polen
moet de twijfels over het wonder bezweren. In dit gebied spookt het
oorlogsverleden rond, sterker nog dan de brua op het eiland. Een briefwisseling
over kunst en muziek tussen de advocaat en zijn geliefde fungeert als
contrapunt. In deel 6 sluit zich de cirkel om het wonder. De hemel verbindt
zich met de aarde.
In de cursieve tekst, die
door de novelle meandert, krijgt de grondtoon in de communicatie gestalte,
waardoor de Madonna-verschijning een natuurlijke plaats krijgt tussen andere
wonderlijke en bizarre gebeurtenissen zoals het Caribisch carnaval, de
WTC-aanslag in New York, de financiele crash en het opdoemen van
voorwereldlijke diersoorten zoals de coelacanth en de axolotl.
De novelle is doortrokken
van licht, dat de werkelijkheid doet schitteren. De Verschijning wordt
paradoxaal gesproken overschaduwd door een zonsverduistering. De personages
hebben allen een schaduw, een dubbelganger, hun ziel ofwel alter ego. In de
gesprekken duiken vaak fossielen op. Zij zijn een afdruk ofwel de verstening
van ooit levende wezens, die het licht in de ogen hebben verloren. Zo verkent
de tekst de grenzen van het bestaan, de rand waar het leven overgaat in de
dood, eerst nog in zijn voorafschaduwing, de bestaansangst. In de metamorfose,
die zich elke seconde van het leven voltrekt, worden de grenzen van de
individuele identiteit afgetast en de mogelijkheden van ontsnapping aan
verstarring verkend. De priester beseft tijdens zijn vlucht door het moeras het
gevaar van de verstening van het hart.
De aanwezigheid van een
schip voor de kust, dat telkens vergaat en weer opduikt, suggereert dat het
leven op het eiland van buitenaf wordt gadegeslagen. Vanaf het schip oogt de
werkelijkheid anders, de blik verandert. Het schip is een toevluchtsoord dan
weer een hallucinatie.
De taal van de novelle is
als een lichaam, waarin de gebeurtenis zich voltrekt en ontpopt. Niet de
betekenis van de taal staat voorop, maar de vraag ‘werkt de taal’, bijvoorbeeld
als een warm of koud bad.
De novelle is een Caribische
uitwerking van het gedicht over de vinger en de maan, van de Japanse Zenmeester
Ryokan (1758-1831) dat als inleidende tekst is opgenomen in Engelse vertaling.
Het is een (soort) ko-an, waarin het denken in subject en object overstegen wordt
in een zienswijze, waarin maan en vinger niet verschillend zijn, niet hetzelfde
(identiek) en tenslotte geen maan, geen vinger zijn. Voortdurend worden de
hoofdpersonen vervreemd van zichzelf door hun eigen wanen en de metamorfoses in
de buitenwereld. Hun ik verdwijnt telkens, de personen worden deel van de
werkelijkheid.
De constructie van licht en
stilte schept een wereld van spiegelingen en meditatie, waarin vogels zwemmen
en vissen vliegen. Het is in deze taal dat de werkelijkheid verandert,
schittert, glanst en metamorfoseert. En intussen – de epiloog - rijdt Sizzler
op zijn motor over de hoogvlakte van de Nevada-woestijn in schitterend licht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten